De woonhuis- of opstalverzekering dekt de belangrijkste risico’s aan je woning. In de loop der jaren is de dekking steeds uitgebreider geworden en tegenwoordig bieden de meeste verzekeraars een “alle plotseling van buitenkomende onheildekking”.

Dekking

Beperkt zakelijk gebruik (bijv. praktijk aan huis) is doorgaans geen probleem. Het is wel van belang om dat bij het afsluiten van een verzekering te melden.
 
Naast de woning zelf zijn bijgebouwen, schuren, garages en schuttingen meeverzekerd. De tuinaanleg is ook meeverzekerd maar wel tegen een beperkt aantal gevaren. De fundamenten en het glas in ramen, deuren en serres zijn wel weer meeverzekerd.
 
Voor zonnepanelen geldt meestal dat deze alleen zijn meeverzekerd als ze echt vast zitten aan het gebouw. Ze zijn dan niet meeverzekerd als ze bijvoorbeeld verzwaard zijn en losliggen op een plat dak, of met klemmen zijn vastgeklemd op de panlatten. Binnen de AnsvarBewustpakketverzekering van AnsvarIdéa zijn zonnepanelen, windturbines, warmtepompen altijd meeverzekerd, inclusief schade door eigen gebrek en zelfs het productieverlies is meeverzekerd.

Uitsluitingen

Er zijn wel een aantal uitsluitingen die je echt niet kunt verzekeren, zoals:
  • Schade die is ontstaan doordat je de woning onvoldoende hebt onderhouden.
  • Het onderhoud zelf. De verzekering dekt schade door een plotseling van buitenkomend onheil. Het normale onderhoud, zoals bijvoorbeeld het halen van vuil uit de regengoot of het periodieke schilderwerk valt nooit onder de verzekering.
  • Langzaam inwerkende schade zoals bijvoorbeeld schimmelvorming, houtworm, rotting etc..
  • Vochtschade, ontstaan door muren of vloeren die grondwater doorlaten.

Verzekerd bedrag

De herbouwwaarde, en daarmee het verzekerde bedrag, moest vroeger per huis bepaald worden. Dit ging vaak fout, en dat bleek dan meestal pas als er een schade was. Dat kon dan tot flinke teleurstelling leiden omdat je dan niet het bedrag uitgekeerd kreeg die nodig was om alles te herstellen. Om onderverzekering te voorkomen wordt tegenwoordig de herbouwwaarde meestal berekend op basis van statistische gegevens die verzekeraars bij dataproviders inkopen. In de praktijk werkt dat beter en daardoor garanderen veel verzekeraars, waaronder AnsvarIdéa, dat je niet onderverzekerd bent. Dat risico ligt dan niet mee bij jou maar bij de verzekeraar.
Toch kan het gebeuren dat jouw woning juist een te hoge herbouwwaarde toebedeeld krijgt. Bijvoorbeeld omdat jouw woning aanzienlijk kleiner of goedkoper gebouwd is in vergelijking met de meeste andere woningen in je buurt. Daardoor zou je dan te veel premie betalen. Om dit te voorkomen kijken we ook altijd even met Google Earth naar je woning en vragen je om te bellen als je denkt dat de door ons gehanteerde herbouwwaarde heel erg afwijkt van wat jij denkt dat reëel lijkt te zijn.
 
In de praktijk krijgen we regelmatig vragen van mensen die niet begrijpen dat de herbouwwaarde niet gelijk is aan de vrije verkoopwaarde of de genoemde waarde in de WOZ-verklaring. Dit verschil komt doordat het een totaal ander uitganspunt heeft. De vrije verkoopwaarde is een inschatting van voor wel bedrag de woning verkocht zou kunnen worden. De WOZ-waarde is een inschatting van de overheid van wat de woning waard zou zijn. De herbouwwaarde echter, is een inschatting van het bedrag dat nodig zou zijn om de woning bijvoorbeeld na een grote brand weer opnieuw te bouwen. Dus wat een aannemer zou vragen om dezelfde woning weer neer te zetten.   
 
De herbouwwaarde van net opgeleverde nieuwbouwwoningen kunnen vaak niet op de hierboven beschreven manier bepaald worden. Dat komt omdat er dan nog onvoldoende gegevens beschikbaar zijn. Ook bij zeer luxe, of monumentale panden blijft het maatwerk. Bel ons of stuur ons een mail met wat foto’s, zodat we er samen naar kunnen kijken. De herbouwwaarde kan namelijk ook worden vastgesteld door het invullen van een "herbouwwaardemeter", of zelfs met een gratis taxatie. Met beide methoden krijg je dan toch vijf jaar de garantie dat je niet onderverzekerd bent.
 
Als de verzekering eenmaal loopt wordt het verzekerde bedrag jaarlijks geïndexeerd met inflatiecorrectie.

Premie

De premie wordt vastgesteld afhankelijk van de regio, de grootte van het pand en de bouwaard, het al dan niet meeverzekeren van het glas in ramen en deuren en of je de fundamenten van het woonhuis wil meeverzekeren.
Een voorbeeld: Een stenen woning in Friesland met een herbouwwaarde van € 250.000,- kost € 18,-- per maand aan premie. Een monumentaal stenen pand in het centrum van Den Haag met een herbouwwaarde van € 350.000 kost € 38,- per maand. In beiden gevallen zijn het glas en de fundamenten meeverzekerd
 
Voor bijzondere situaties, zoals monumenten, houten huizen, huizen met rieten daken, en voor slecht onderhouden panden gelden afwijkende premies en voorwaarden.
 
De woonhuisverzekering wordt meestal in een "pakketverzekering" gesloten, samen met inboedel-, aansprakelijkheids- en rechtsbijstand. Dat wel zo makkelijk en flink voordeliger.

>>Verzekeringskaart en polisvoorwaarden

>>Naar de offerte-aanvraag

Duurzaamheid

Samen met AnsvarIdéa hebben wij binnen de pakketverzekering de inboedelverzekering op de volgende unieke wijze verduurzaamt. We noemen dit de zeven beloftes van Ansvar Bewust Inboedelverzekering.
Zie deze korte film op YouTube:
Duurzaamheid bij de Ansvar Bewust Woning- en Inboedelverzekering

De zeven beloftes
  1. Schade en productieverlies duurzame Installaties verzekerd
  2. Vijftien procent hogere uitkering bij duurzaam schadeherstel
  3. Duurzaam herbouwen van een duurzame woning na een total loss-schade
  4. Repareren in plaats van vervangen
  5. Vergoeding voor psychologische hulp
  6. Verantwoord beleggingsbeleid
  7. We zijn ons bewust van onze rol in de samenleving
Voor een uitgebreide beschrijving, zie >>PDF De zeven beloftes van Ansvar Bewust Woonhuisverzekering.

Wil je kiezen voor duurzaam schadeherstel? Regel dit dan via de met ons samenwerkende >>MainPlus Schadeherstel. Alle herstelpartners van MainPlus Schadeherstel zijn in het bezit van het keurmerk >>GroenGedaan! van Stichting Duurzaam.

Preventie

Het is goed om verzekerd te zijn, maar liever heb je natuurlijk helemaal geen schade. Dat is immers alleen maar gedoe, je wordt er nooit beter van, en het kost je altijd tijd, moeite en geld. Het kan zelfs een traumatische ervaring zijn en je qua gemoedsrust een tijd lang achtervolgen.
 
Hieronder wat tips en links naar sites met informatie over hoe je de kans op schade kan verkleinen. Je krijgt 5% extra premiekorting als:
  • je je woning hebt laten beveiligen qua inbraakbeveiliging en hiervoor een “Politiekeurmerk Veilig Wonen" of een “borgcertificaat” hebt.
  • of als je een brandblusser in huis hebt en die jaarlijks laat controleren/onderhouden.

Inbraak- en diefstalpreventie

Op de site van de >>Politie / Woninginbraak krijg je een goed inzicht hoe dieven en inbrekers te werk gaan en hoe je de kans daarop kan verkleinen. Het zal je verbazen hoe makkelijk een inbreker binnenkomt en hoe je dit eenvoudig en voordelig kunt voorkomen.

Op de site van >>CCV.nl / Beveiligingsadviseurs vind je de contactgegevens van bedrijven die je woning conform de richtlijnen van de politie kunnen beveiligen.
 
Als de waarde van je inboedel hoog is of als je voor een hoge waarde aan diefstalgevoelige zaken in huis hebt zoals kunst, apparatuur of sieraden, dan kan het raadzaam zijn om niet alleen bouwkundig, zoals met goede sloten te beveiligen maar ook een alarminstallatie aan te laten leggen. De moderne alarminstallaties zijn zo dat huisdieren en kleine kinderen zich vrij kunnen bewegen zonder dat het alarm afgaat en dat een deel van het huis ook ’s nachts bewaakt is, als er wel mensen thuis zijn. Je kan dan bijvoorbeeld wel naar het toilet maar als een inbreker een buitenraam of deur opent gaat het alarm af.
 
Vaak is het zo dat verzekeraars bij ‘duurdere” inboedels überhaupt een alarminstallatie eisen. Gelukkig is er een systematiek ontwikkeld waardoor beveiligingsbedrijven weten waar ze qua beveiligingstoepassingen aan moeten voldoen. Dat geld dan voor zowel de alarminstallatie maar ook voor het hang- en sluitwerk. Afhankelijk van het soort inboedel en de waarde kan men zo bepalen hoe de beveiliging moet zijn. Hiervoor geeft men na installatie een bewijs af, het zgn. borgcertificaat. Dit certificaat is voor de verzekeraar het bewijs dat de beveiliging voldoet aan de standaard. Surf voor meer informatie en installateurs naar >>het CCV-certificaat. Wil je meer weten over hoe jouw inboedel qua waarden en risico beoordeeld wordt, kijk dan op >>het CCV-risicoklassen .

Tip: Zeer regelmatig, misschien zelfs wel in de meeste gevallen, zien wij dat de beveiligingsbedrijven zich vooral focussen op het leveren en installeren van de alarminstallatie en onvoldoende aandacht besteden aan de bouwkundige beveiliging. Waarschijnlijk komt dit doordat ze met het leveren en plaatsen van de installatie het makkelijkst verdienen. Als dan vervolgens de alarminstallatie is afgeleverd leveren ze een borgcertificaat af voor alleen het elektronische deel en niet voor het bouwkundige deel, het hang- en sluitwerk. Naast dat je dan eigenlijk niet voldoende beveiligd bent kan het ook het gevolg hebben dat je verzekeraar hier niet mee akkoord gaat. Voorkom deze patstelling door op voorhand het beveiligingsbedrijf er nadrukkelijk op te wijzen dat ook het bouwkundige deel van de beveiliging moet worden meegenomen, ook in de certificering! En als je dan toch bezig bent, vraag ze dan ook naar de mogelijkheden om qua branddetectie de alarminstallatie hierop aan te passen, zodat je ook bij een beginnende brand gealarmeerd wordt.

Brandpreventie

Uit >>onderzoek naar brandoorzaken in woningen blijkt dat 38% van de woningbranden ontstaat door haardvuur en 13% door een technisch defect apparaat of tijdens het koken. In de meeste gevallen blijft de brand beperkt tot de ruimte waarin de brand is ontstaan. Maar de rook verspreid zich wel. Daardoor kan het lastig zijn om te vluchten. Volg daarom de >>brandveiligheidstips van de brandweer op en zorg voor brandpreventie met goede brandbeveiliging.
 
AnsvarIdéa is hoofdsponsor van de Nederlandse brandwondenstichting en dat is natuurlijk niet voor niets. Als (brand-)verzekeraar heb je veel aan zo'n samenwerking. Zo is het idee om traumaverwerking te vergoeden op de inboedelverzekering ontstaan vanuit deze samenwerking. Door de gesprekken met de brandwondenstichting realiseer je je pas echt hoeveel impact een brand kan hebben als er ook lichamelijk letsel bij komt kijken. En ook hier geldt: voorkomen is beter dan genezen. Zie >>Brandwondenstichting-wat-doen-wij en >>Brandwondenstichting-webwinkel.

Voorkomen van water- en stormschade

De klimaatverandering is helaas steeds duidelijker merkbaar met als gevolg dat wij de schades die ontstaan zijn door heftige regenval flink zien toenemen. De buien worden heftiger waardoor er in een korte tijd zoveel regen valt dat de goten en regenpijpen die grote hoeveelheid water niet meer aankunnen. Vervolgens zoekt het water zijn weg en helaas is dat dan vaak binnenshuis merkbaar. Het aanbrengen van extra of grotere regenpijpen helpt. Maar ook eenvoudige aanpassingen zoals een overloop aan de goot en de pijpen waardoor het overtollige water richting de tuin kan weglopen kunnen de problemen voorkomen. Dat valt overigens ook mooi te combineren met een regenton waardoor je met dat water zomers de tuin kan besproeien. Minder straatwerk in de tuin zorgt ervoor dat de aarde het water goed kan opnemen zodat het rioolstelsel ontlast wordt.
 
Stormschade is vaak ook simpel te voorkomen. Zet, als je hoort dat er een storm op komst is het tuinmeubilair binnen. Zet je auto op een andere plaats zodat er geen dakpannen op kunnen vallen. Zorg dat grotere bomen gezond blijven en zaag de slechte takken eraf.

Preventie bij zonnepanelen

Nederland legt op grote schaal zonnepanelen op daken van woonhuizen. Dat is prachtig, maar we zien wel dat er daarmee extra risico’s op brand zijn. Goede wet- en regelgeving ontbreekt nog hiervoor.
 
De belangrijkste oorzaken voor brand zitten niet in de panelen zelf maar in de elektrische verbindingen, zoals de kabels en de stekkers die achter de panelen zijn gemonteerd. In meer dan 80 % van de gevallen is de brand te wijten aan problemen met connectoren. Installateurs gebruiken het verkeerde gereedschap, of gebruiken geen stekkers van hetzelfde merk (mannetje - vrouwtje).Nu worden vaak nog stekkers van het ene merk aangesloten op contacten van het andere merk. Die sluiten niet goed op elkaar aan en dat veroorzaakt hitte en brandrisico doordat die stekkers in de buurt liggen van brandbaar materiaal zoals dakfolie.
Wij schatten dat in 2/3 van de schadegevallen het gaat om de zogenaamde in-dak systemen. Dit zijn panelen die niet op de dakpannen, maar ter vervanging van dakpannen gelegd worden. Hoe dat komt? Onder deze systemen kan het eerder te warm worden in vergelijking met panelen die boven de pannen liggen. Dan kan de warmte immers beter weg en pannen zullen ook geen vlamvatten.
 
Bij in-dak systemen worden er geen wettelijke eisen gesteld aan de brandklasse van folies die zich onder PV-panelen bevinden en er is een groot verschil in brandbaarheid tussen de folies.
Ook bestaan er geen eisen aan de ventilatie, en de minimale afstand van de panelen tot de andere onderdelen van het dak.
 
De meeste van deze branden ontstaan overdag, op warmere dagen (gemiddelde ligt op 21 graden). Dat de branden meestal niet ’s nachts ontstaan is waarschijnlijk ook de reden waardoor er tot dusverre nog geen slachtoffers zijn gevallen. Branden bij daglicht, aan de buitenkant van het pand worden uiteraard sneller opgemerkt.
 
Hoe kan je deze risico’s vermijden?
In geval van nieuwe installaties: bespreek met de installateur de hierboven genoemde punten en spreek schriftelijk met ze af dat ze zich hieraan committeren.
Als men zich zorgen maakt over reeds geïnstalleerde panelen, dan kun je het beste naar degene gaan die verantwoordelijk is geweest voor de aanleg, om te overleggen wat er moet gebeuren.
Het Instituut voor Fysieke Veiligheid (IFV), het kenniscentrum voor de brandweer, adviseert bewoners met een in-dak systeem een grondige inspectie te laten uitvoeren van hun installatie. "Je zult echt op het dak moeten kijken of er een voldoende ruime luchtlaag zit tussen de panelen en het dak". "Liggen de kabels los, zitten de stekkers goed op elkaar aangesloten of zijn er wellicht zonnepanelen beschadigd? En dat moet je laten uitvoeren door een erkend installatiebedrijf en dat gaat dus verder dan alleen doormeten." En als dat niet het geval is dan is de consequentie dat je dat dan moet aanpassen.
 
Checklist voor brandveilige zonne-energiesystemen
Nieuwe installaties:
  • Laat de panelen monteren volgens de norm NEN 7250:2014.
  • De constructieve veiligheid van het gebouw moet voldoen aan de Nederlandse bouwregelgeving, volgens de NEN-EN 1991-1-3+C1:2015. Laat dit controleren en bevestigen en leg dit ook vast in de offerte/overeenkomst.
  • De elektrische installatie moet voldoen aan de NEN 1010:2015 en de NEN-EN-IEC 62446-1:2016/A1:2018. Laat de installatie opleveren conform hoofdstuk 61 (van de NEN 1010) en de NEN-EN-IEC 62446-1:2016/A1:2018.
  • Laat altijd de kabels in een kabelgoot leggen (is ook een voorwaarde in bovengenoemde normeringen).
  • Zorg ervoor dat ter plaatse van doorvoeren kabelbeschermers worden gebruikt, deze eerst monteren, daarna kabels trekken.
  • Laat de connectoren aansluiten zoals wordt voorgeschreven door de leverancier, gebruik originele connectoren en een daarvoor geschikte tang.
  • Laat de omvormers in een schone omgeving plaatsen, zonder stof, op een onbrandbare achterwand.
  • Laat rookmelders ophangen ter plaatse van de omvormers als de omvormers inpandig worden geplaatst.
  • Maak geen gebruik van in-dak systemen, als dit wel wordt gedaan, vooraf goed laten informeren en informeren bij de brandverzekeraar of zij daarmee akkoord gaan.
  • Zorg voor een deugdelijke vereffening tussen alle onderdelen (volgens de NEN 1010:2015.
  • Bij voorkeur omvormers gebruiken die voorzien zijn van vlamboogdetectie.
  • Pas bij voorkeur overspanningafleiders toe.
  • Laat bij de oplevering/installatie een keuringsbureau meekijken dat hierin is gespecialiseerd, zodat door een derde wordt bevestigd dat de installatie voldoet aan de normeringen.
  •  Plaats energie opslagsystemen (batterijen) uitpandig, tegen een onbrandbare gevel of op minimaal 10 meter afstand van de gevels.
  • Laat alle bovengenoemde eisen opnemen in de offerte en/of overeenkomst.
  • NB: bij voorkeur geen zonnepanelen plaatsen op een dak geïsoleerd met zeer brandbaar isolatiemateriaal, zoals polystyreen of polyurethaan.
Periodiek onderhoud:
  • Laat de panelen minimaal 1x per jaar uitwendig controleren op gebreken en maak ze schoon (verwijder vogelpoep en dergelijke).
  • Laat de omvormers en bekabeling minimaal 1x per 5 jaar controleren volgens de NEN-EN-IEC 62446-1: 2016/A1:2018.
  • Is er sprake van panelen op brandbaar dakisolatiemateriaal (polystyreen- of polyurethaanisolatie)? Houdt dan naast bovenstaande punten tevens rekening met 1) vlamboogbeveiliging tussen omvormer en zonnepanelen (deze behoort ingeschakeld te staan), en 2) pas uitsluitend glas-glas panelen toe.
 
>>Naar de offerte-aanvraag

>>Terug naar overzicht particuliere verzekeringen